Valencia
Omdat
een rechtstreekse vlucht vanaf Amsterdam naar Valencia niet
echt betaalbaar was heb ik op internet gekeken of er vanaf
een andere stad; bv Brussel of vanaf Amsterdam met een overstap
op een ander vliegveld een mogelijkheid was om naar Valencia
te reizen.
Het was een avondje spitten, de keus was of met Vueling, een
Spaanse Low Cost Airline vanaf Brussel, of met Thomsonfly,
een Engelse Low Cost Airline, vanaf Amsterdam naar Coventry
en daar dan overstappen in een toestel welk naar Valencia
vliegt.
De prijs gaf de doorslag, voor iets meer dan 100 euro is het
mogelijk om met Thomsonfly naar Valencia te vliegen.
Er zit wel een risico aan vast, je hebt minder dan 2 uur om
door de douane te geraken, opnieuw in te checken, weer door
de douane en dan boarden.
Wanneer je telaat op Coventry bent zal het vliegtuig naar
Valencia al vertrokken zijn en zit er niks anders op om in
Coventry te blijven.
Het was spannend, mij is het gelukt om op tijd het vliegtuig
naar Valencia te halen, al ging het bijna mis.
Bijna een uur telaat ut Amsterdam vertrokken, net een vliegtuig
voor ons binnen gekomen op Coventry Airport, met bijna 150
personen die ook allemaal door de douana moesten.
Gelukkig hielpen de mensen van Thomsonfly en het vliegveldpersoneel
mij en kon ik net op tijd het vliegtuig in stappen welk naar
Valencia zou vliegen.
Sinds
eind 2005 vliegt Vueling vanaf Amsterdam rechtstreeks naar
Valencia.
Ook Air Berlin is gaan vliegen naar Valencia maar dan wel
met een overstap in Palma de Mallorca.
Valencia zelf was niet me eindbestemming maar Benecasim, een
klein dorpje aan de Spaanse kust vlakbij Castellon de la Plana
zo'n 70 kilometer van Valencia.
Door een vriendje werd ik van het vliegveld gehaald en had
2 heerlijke dagen in Benecasim.
Het strand van Benecasim
De vriendelijke provinciehoofdstad Castellon de la Plana ligt
te midden van een vruchtbare vlakte en is het centrum van
de handel in sinaasappelen, die in grote hoeveelheden geëxporteerd
worden.
De haven ligt aan de bekende Costa del Azahar (sinaasappelbloesem-kust).
Bezienswaardigheden
De oorspronkelijk gotische kerk Santa Maria Mayor, op de Plaza
de Espana, ontworpen door Miguel Garcia, met een vrijstaande
46 m hoge klokketoren uit 1604 (na de verwoesting van 1936
weer opgebouwd).
Stadhuis (Ayuntamiento), rond 1700 gebouwd.
Hierin bevindt zich o.a. een St. Rochus van Ribalta.
De heilige Rochus wordt altijd in verband met de pest afgebeeld:
doorgaans laat hij een pestbuil op zijn bovenbeen aan de beschouwer
zien, vaak staat er ook een hondje bij, dat de geïsoleerd
levende pestlijder brood brengt.
Omgeving
Van Castellon zijn via verscheidene hoofd- en zijwegen interessante
tochtjes mogelijk; de meeste worden hieronder vermeld.
Rit langs de kust richtlng Tarragona.
Naar het noorden gaan zowel de snelweg (gedeeltelijk in aanbouw)
als de N-340, als ook een in El Grao beginnende B-weg, die
bij de N-340 uitkomt.
De rit gaat door sinaasappel- en olijfboomgaarden; links de
gespleten kalkstenen rots Pena Golosa en verder naar Benicasim
(3000 inw.), een mooi tussen palmaanplantingen gelegen plaatsje,
niet ver van zee (strand), aan de voet van de bergachtige
Desierto de la Palmas.
Verder bergopwaarts meer landinwaarts en dan vrij vlak naar
Oropesa del Mar, schilderachtig gelegen op een rotsachtige
heuvel aan de voet van de ruïne van een burcht; aan de
rechterkant aan de zee een oude wachttoren (Torre del Rey)
en een seinpost (Faro de Oropesa).
In lange rechte stukken door velden, met aan de rechterkant
uitzicht op zee, naar Torreblanca (4000 inw.); in het centrum
van de plaats de kerk uit de 18de eeuw, met azulejoskoepel.
Aan de kust de badplaats Torrenostra.
Achter Torreblanca kruist de N-340 de meestal droge rivierbedding
Rambla de las Cuevas; daarna rechts op de Sierra de Irta de
ruïne van de burcht Chivert, van veraf te zien.
Voorbij Alcalá de Chivert en Santa Magdalena de Pulpis,
(de laatste aan de voet van de imposante ruïne van een
burcht), komt men bij de afslag van een zijweg door de kustvlakte
naar het rotsachtige schiereiland, dat door een landtong met
drukbezochte stranden met het vasteland verbonden is: Peniscola,
met het gelijknamige schilderachtige stadje (3000 inw), aan
de voet van een oud Castillo, dat in 1233 door koning Jaime
I op de Moren veroverd werd en 1415-24 de afgezette tegenpaus
Benedictus XIII tot aan zijn dood als verblijfplaats diende;
prachtig uitzicht vanuit het kasteel.
Via de N-340 of vanaf Peniscola langs het strand naar Benicarlo
(14000 inw), een plaatsje met een oud kasteel en een mooie
kerk uit 1743, die een achthoekige klokketoren, een azulejos-koepel
en een prachtig hoofdportaal heeft.
De N-340 loopt dan door de uitgedroogde bedding van de Rio
Seco de Benicarlo en door een streek met veel wijnbouw naar
Vinaroz (14000 inw.), een levendig vissersplaatsje.
Valencia
Deze eeuwenoude stad werd in 138 v. Chr. gesticht door de
Romeinen onder de naam Valentia Edetanorum.
Honderden jaren eerder werd het gebied al bewoond door Iberische
volken.
In de eeuwen die volgden, werd de regio intensief geromaniseerd,
tot de stad in de 6e eeuw n. Chr. in handen van de Visigotische
monarchie kwam.
Maar de Moorse invasie van 714 drukte het duidelijkste stempel
op Valencia.
De stad bleef tot 1238 in Moorse handen.
Toen veroverde koning Jacobus I de stad en maakte er een autonoom
koninkrijk met een eigen wetgevend parlement van.
Tijdens de Middeleeuwen groeide Valencia uit tot een economische
grootmacht met een bloeiende zijde-industrie en een welvarende
landbouw.
In de 15e eeuw maakte Valencia gouden tijden door, maar de
positie van de stad werd ondermijnd door de Habsburgse strijd
tegen Frankrijk, die eindigde in 1522.
In 1609 werden de Moren uit de stad verdreven en kwam er een
einde aan de welvaart en economische bloei.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog stond de bevolking van
Valencia aan de kant van de aartshertog van Oostenrijk in
plaats van Filips V.
Als gevolg daarvan ontnam Filips de stad na zijn overwinning
haar autonomie.
Pas in de 18e eeuw leefden de economie en cultuur van Valencia
weer op.
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) werd Valencia
de hoofdstad van de Republikeinse regering, maar bij het herstel
van de monarchie kreeg het de status van autonome staat.
In de stad staan talloze schitterende historische gebouwen,
zoals de Miguelete.
Deze toren staat los van de kathedraal.
De gigantische trap met 207 treden leidt naar de top van de
toren, waar het uitzicht over de stad adembenemend is.
De Basilica van Nuestra Señora de los Desamparados
is met de kathedraal verbonden.
Hij is gewijd aan de beschermheilige van de stad.
Het gebouw staat op de resten van het oude Romeinse forum
en huisvest een draaiend beeld van de Heilige Maagd.
De kathedraal zelf werd oorspronkelijk als moskee gebouwd,
maar omgebouwd tot rooms-katholieke kathedraal toen El Cid
te stad veroverde.
Later werd het weer een moskee, maar toen Jacobus I de stad
heroverde, werd het weer een christelijke kathedraal.
In het oude stadsdeel binnen de Moorse muren en de eeuwenoude
buitenring van de stad bevinden zich veel historische overblijfselen,
archeologische vindplaatsen, religieuze bouwwerken en paleizen
uit alle mogelijke tijdperken.
Valencia
heeft ook twee prachtige stranden, Arenas en Malvarossa, die
allebei slechts enkele minuten van het stadscentrum liggen.
Beide stranden zijn gemakkelijk bereikbaar per openbaar vervoer,
met de auto of op de fiets via de speciale fietspaden.
Het huis van Vicente Blasco Ibáñez, een beroemde
schrijver uit Valencia, kijkt uit op het strand van Malvarossa
en is onlangs gerestaureerd.
Langs de twee stranden loopt de schitterende Paseo Marítimo,
waar veel mensen komen rolschaatsen, joggen, wandelen of zonnebaden.
In de vele bars en restaurants kunt u genieten van paella,
visstoofpotjes en verse vis.
Luchthaveninformatie
Vliegveld Valencia ligt 8 km ten westen van de stad.
Je kan het vliegveld bereiken via de N-220.
Deze weg sluit aan op de A-3 en de N-335.
De bushaltes bevinden zich voor de vertrekhal.
Er rijden zeer regelmatig bussen tussen het vliegveld en het
centrum van Valencia.
Door de week vertrekt er tussen 06.30 en 21.00 uur om de tien
minuten een bus.
Op zaterdag rijdt er om de vijftien minuten een bus en op
zon- en feestdagen om de 25 minuten.
Een enkele reis kost 0,90 Euro.